Dubbelzes: contrasterende follybeelden
Auteur: Eric Denig
Foto’s : Eric Denig
Bij het zoeken naar enige gegevens over een bepaald type folly, raadpleegde ik het in de vorige PorteFolly beschreven boek Georgian Garden Buildings van Sarah Rutherford uit 2012, omdat hierin talrijke soorten follies naast elkaar vermeld staan. Het viel mij op dat sommige types (bijvoorbeeld bridges and arcades of hermitages and root houses) wel heel verschillende verschijningsvormen kennen. Vergelijk maar eens de sombere, in de rotsen gelegen, hermitage van Fonthill met de jolige hut van Painshill Park. En dit zijn dan nog verschillen binnen één land! Hoe groot kunnen de contrasten zijn bij follies in verschillende landen?
Als exercitie volgt hierna een keuze uit folly-soorten, waarbij een folly in Nederland vergeleken wordt met eenzelfde object in een ander land. Voor de keuze van de soort objecten heb ik gebruik gemaakt van het Folly Protocol (in Fantastisch Erfgoed, Eric Denig, 2005), waarin vier verdelingen zijn aangebracht:
voor de mens: huis, hut of hermitage, kasteel, kinderhuisje, toren of kerk
voor plant of dier: duiventil, hertenhuisje, orangerie
voor de sier: belvédère, bricolage, koepel of prieel, schijnkapel, schijnruïne, tempel, andere blikvanger
overig: brug, cascade of waterpartij, grot, kunstobject, mausoleum, obelisk, poort, tuinsieraad
De keus is gevallen op een huis, een kerk, een grot, een brug, aangevuld met een (koninklijk) buitenverblijf en een bijzondere lokatie.
Herman Kip en Raymond Isidore
In De Hoven, de tuinderswijk van Zutphen, staat de stadsboerderij van Herman Kip (1925-2006), die bij zijn dood de boerderij en de daar gecreëerde kunstwerken aan de gemeente Zutphen naliet. Herman Kip was meer dan een boer; hij was ook kluizenaar en kunstenaar. Als boer liet hij alles bij het oude: tot zijn dood waste hij zich bij de pomp, sliep op stro in een bedstede en had ook geen telefoon of televisie.
Als het werk op de boerderij gedaan was, trok hij zich terug en ging schilderen: op klompen, melkbussen, kruiken, borden, meubilair, later ook schilderijen op de buitenmuren. Niemand liet hij zijn werk zien, maar als het gebeurde en hem gevraagd werd naar zijn bron van inspiratie, zei boer Kip Uut de kop. De boerderij van deze outsiderkunstenaar is een nostalgisch Gesamtkunstwerk. De woning is van juni-september op zaterdag en zondag geopend van 13.00 tot 16.00 uur. Ook zijn er rondleidingen mogelijk (website: Museum Boer Kip)
Iets minder bekend dan de kathedraal van Chartres is een ander gebouw in die stad: Maison Picassiette. Raymond Isidore (1900-1964) heeft zo’n dertig jaar gewerkt aan het decoreren van zijn huis en tuin met scherven van aardewerk en porselein: Mon jardin c’est le rêve réalisé, le rêve de la vie où l’on vit en esprit dans l’éternité. Soms ook schilderde hij in dezelfde primitieve stijl als zijn kunstbroeder Herman Kip. Tijdens zijn werk als veger op een begraafplaats en op wandelingen in de omgeving zag Raymond Isidore overal stukjes gekleurd glas en porselein, die hij – net als de Facteur Cheval – mee naar huis nam en in de tuin bewaarde. Toen besloot hij mozaïeken te maken op de binnenmuren en het meubilair van zijn huis en later ook op de buitenmuren. Veel afbeeldingen zijn van kerken of van religieuze gebeurtenissen. Maison Picassiette (dat betekent bordendief) bestaat uit een huis (keuken, boudoir en slaapkamer), een kapel, een binnenplaats met een graftombe en een tuin. Bezichtiging is mogelijk van april tot en met september van 10.00 -12.00 uur en van 14.00 -17.00 uur; in juli en augustus van 10.00 -18.00 uur (website: Maison Picassiete).
Aangezien ons appartementengebouw Nieuw Clingendael nagenoeg grenst aan het landgoed Clingendael, hebben wij veel literatuur over deze buitenplaats. Favoriet hierbij is het omvangrijke boek van Jos Stöver, Kastelen en buitenplaatsen in Zuid-Holland, uit 2000. Ik lees daarin dat na 1544 de boerderij Clingendael in de loop der jaren getransformeerd is tot een echte buitenplaats. In 1888 gaf baron Arnaud van Brienen opdracht aan de Duitse landschapsarchitect Carl Petzold (1815-1891) voor het landgoed tuinontwerpen te maken. Om gezondheidsredenen trok Petzold zich terug, waarna Leonard Springer (1855-1940) de plannen verder uitwerkte en ook ten uitvoer bracht. In de opdracht was een plan begrepen om over een singel een houten brug te ontwerpen die toegang zou geven tot een bloementuin. Springer wilde op de brug een pergola plaatsen, die met wilde wingerd bedekt moest worden. De brug werd echter nooit gebouwd, maar het ontwerp is bewaard gebleven, inclusief maten en kleuren. Bij de reguliere bruggencontrole in 2010 heeft de gemeente den Haag besloten het bestaande simpele bruggetje te vervangen door het originele ontwerp van Springer. De brug werd op 21 december 2011 feestelijk geopend.
In het standaardwerk over Ierse follies (James Howley’s The Follies and Garden Buildings of Ireland, 1993) wordt de brug van Ballysaggartmore omschreven als het perfecte voorbeeld van een architecturale folly: such a vast heap of a structure, bridging such a modest stream. Het object is zelfs niet bedoeld als portierswoning, omdat even verderop nog eenzelfde gebouw is opgetrokken. De folly oogt als een klein kasteeltje met torens en poorten, die ruim genoeg zijn voor een flinke koets. De brug is in 1837 gebouwd in opdracht van Lord Arthur Keilly-Ussher, die woonde op zijn buiten Ballysaggartmore House. De folly is ontworpen door de hoofdtuinman John Smythe en werd aanbesteed voor ₤150. De reden voor dit over-ambitieuze bouwwerk zou kunnen liggen in het feit, dat de echtgenote van Arthur jaloers was op haar schoonzuster, die vlakbij in het statige Strancally Castle woonde. Het huis van Lord Arthur is in een oorlog verwoest, maar van de poortgebouwen kunnen we nog steeds genieten.
Aarde en hemel
De Jezuïetenberg, vlakbij Kasteel Neercanne, is door Wim Meulenkamp (Follies, 1995) eens omschreven als een fantastische onderwereld. Even buiten Maastricht bevindt zich één van de meest bewerkte kalksteengroeven van de wereld. De ontginning van deze groeve vond plaats in de periode 1700-1880, toen men de mergel als bouwsteen gebruikte. Tussen de jaren 1860 en 1960 trokken scholastieken van de Jezuïetenorde op hun vrije woensdagmiddag naar de groeve, waar zij tekeningen in houtskool en kleur maakten, en ook een groot aantal relïefs en beelden. Het nagemaakte Alhambra met trappen, fontein, vijver en Moorse bogen) spant de kroon, maar er zijn ook grote beelden: een krokodil, leeuwen, een sfinx. De gelovigen werkten in de grot, maar zij maakten er ook plezier in de ondergrondse keuken en refter. Zo hoort het ook in een folly. De Jezuïetenberg is op afspraak te bezoeken(www.jezuïetenberg.nl).
Ver boven de grond vindt men in het Engelse dorpje Thorpness (Suffolk) het House in the Clouds, eigenlijk een watertoren die deel uitmaakte van een onroerend goed plan van de rijke toneelschrijver G.Thomas Ogilvie. Deze had in 1923 het gehele gehucht Thorpe gekocht om er een vakantiepark te bouwen: The House of Peter Pan. Ogilvie was een liefhebber van duiventillen en had thuis ook een kleine watertank in de vorm van een duiventoren. Het was dus te verwachten dat hij iets soortgelijks deed in Thorpness, waar hij de watertoren van 50.000 gallon (230.000 l.) verborg in een huis op een toren van vijf verdiepingen (18 m). Hij vond ook een huurder voor het bewoonbare gedeelte van zijn object. Mr en Mrs Malcolm Mason woonden er en de vrouw des huizes schreef een kinderliedje, getiteld The House in the Clouds. Dat werd dus de naam van de folly. In 1977 werd de watertank overbodig en ontmanteld. De ontstane ruimte werd omgebouwd tot vakantiewoningen. Kinderen zijn er dol op!
Harkema en Persius
Albert Harkema (1934-2011) werd rond 1960 veehouder op de kloosterboerderij Arbere, tussen Aduard en Den Ham (Groningen). In de loop der jaren is zijn beroep bijzaak geworden, omdat hij gehoor heeft gegeven aan een langlevende passie: het bouwen van zijn eigen kerk. Boer Harkema begon voorzichtig, hij bouwde eerst een miniatuur van een kop-hals-rompboerderij, maar pakte daarna flink door. Zo kwam er een kleine kerk, compleet met orgel, preekstoel en kerkbanken. De 12.000 stenen kwamen uit België, het orgel uit IJhorst. Daarna bouwde hij nog enkele andere follies op zijn terrein. Al snel werd het kerkje van Harkema een toeristische trekpleister; enkele tienduizenden bezoekers bekeken jaarlijks het object en kregen niet alleen een kop koffie of thee, maar ook een rondleiding van Harkema zelf. Sinds april van dit jaar is er nog een door een boer gebouwd kerkje: Lu Nijk (51 jaar) heeft naast zijn zorgboerderij in Kallenkote (Overijssel) een houten kerkje gebouwd. Het kleinste kerkje, kopt De Telegraaf. Van dit ochtendblad was een artikel opgenomen in onze excursiegids Grunneger Genugten, 1 oktober 2000. Hierin wordt over boer Harkema gezegd: Bouwen is zijn lust en zijn leven.
Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor Ludwig Persius (1803-1845), bijgenaamd Architekt des Königs, koning Frederik Willem IV van Pruisen. Over deze architect en zijn bouwwerken schreef ik in onze Nieuwsbrief 24 (voorjaar 2004) onder de titel Over Persius en het Pauweneiland. De Heilandskirche staat in het park van Sacrow, gelegen tussen het Pauweneiland, Glienicke en Neuen Garten. De hele sfeer ademt liefelijke landschappen en bijzondere bouwstijlen. Op 9 november 1841 schreef de koning aan zijn architect: Die Kirche soll im italienischer Styl mit einem Campanile erbaut werden. De foto van deze kerk (gebouwd in 1844 aan de oever van de Havel) laat zien dat Persius zich goed van zijn opdracht gekweten heeft. De kerk maakt deel uit van het romantische kasteelpark, ontworpen door Peter Joseph Lenné. Het Potsdammer Havellandschaft staat sinds 1990 in zijn geheel op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.
Prinses Wilhelmina en Koning George IV
Nadat Nederland in 1813 onafhankelijk geworden was, schonk het Nederlandse volk het zeventiende eeuwse jachtslot in Soestdijk aan Willem Frederik van Oranje Nassau, de latere koning Willem II. Hij en zijn echtgenote Anna Paulowna gebruikten het als zomerverblijf. De tuinen om het paleis werden tussen 1808 en 1817 door J.D. Zocher Jr. in de Engelse landschapsstijl aangelegd. In 1892 kreeg de toen tien-jarige Prinses Wilhelmina in dit park een fraai chalet. Het is gebouwd in een gemengde stijl: Chinees, gothisch, renaissance en Zwitsers, waarbij het laatste aspect domineert. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed beschrijft het Wilhelmina-chalet als een uit drie bouwlichamen samengesteld huis, opgetrokken in hout op een bakstenen voet onder flauw hellende zadeldaken met groot overstek en daklijsten met palmetten en pinakel. Het chalet heeft een open veranda met stoepen en ajourhek, terwijl over de ervoor gelegen sloot een cementrustieke brug is aangelegd.
Hoewel natuurlijk van een volstrekt andere allure lijkt het Royal Pavilion (Brighton) in één opzicht toch op het chalet in Soestdijk. Ook hier is sprake van een mix van stijlen: van neoklassiek tot oriëntaals. George, Prins van Wales, werd Prins-Regent in de jaren 1811-1820 en Koning van 1820-1830. De statusverhoging werd ook zichtbaar in zijn zomerverblijf. Toen hij volwassen werd, besloot George in Brighton a respectable farmhouse te kopen. Brighton was niet alleen gezond wegens het zeewater, maar ook gezellig met paardenrennen en theaterbezoek. Later werd Henri Holland (1745-1806) gevraagd de boerderij om te bouwen tot een neoklassiek gebouw met een grote rotunda, het Marine Pavilion. In 1815 kreeg John Nash (1752-1835) de opdracht het paviljoen verder uit te breiden, daarbij geïnspireerd door tijdgenoot Humphrey Repton (1752-1818), die reeds in 1808 een voorstel had gepubliceerd het geheel uit te voeren in Indian form. Evenals Repton was ook Nash onder de indruk van het boek van de gebroeders Daniell Oriental Scenery (deel 1-6, 1795-1808). Het resultaat is een bizar bouwwerk, dat in een satire – geschreven in 1820 door William Hone – werd getypeerd als the queerest of all the sights, THE FOLLY of Brighton.
Backershagen en Wilhelmshöhe
Het is al weer lang geleden dat de DonderbergGroep het landgoed Backershagen bezocht (Van Weelderig Wassenaar naar Voornaam Voorburg, 3 oktober 1999). De meeste aandacht ging toen uit naar de Koepel, de op een heuvel gelegen folly die als De Geheimzinnige Koepel de titel werd van een door Johan Kievit geschreven kinderboek. Vlak daarbij ligt, maar niet – zoals wel beweerd – door een onderaardse gang verbonden, de in 2009 gerestaureerde grot. Deze zogenaamde Schelpengrot, die overigens geen schelpen maar wel sintels en slakken bevat, is op een oude kaart van 1822 als hermitage omschreven. De grot, gelegen op een klein schiereiland, is een tunneltje dat uitloopt in een halfronde gemetselde wand met aan weerszijden van de tunnelingang een siernis. De grot werd tussen 1772 en 1775 door de eigenaren (Cornelis Bakker en Maria van der Hagen) aangelegd, als onderdeel van een park in vroege landschapsstijl.
Een jaar eerder was ook de Wilhelmshöhe (Kassel) het reisdoel van de DonderbergGroep (Klaterend Kassel, 25-27 september 1998). De aanleg van dit grote park begon in 1701, nadat Landgraaf Karl de baroktuin van Villa Aldobrandini had gezien. Hij nodigde de Italiaanse bouwmeester Giovanni Guerniero (1665-1745) uit voor de inrichting van het park. Guerniero begon met een enorme kopie van de Hercules van Farnese, geplaatst op het achthoekige slot waarin de watertank zit die de grote cascade voedt. Daarna bouwde hij nog diverse follies, waaronder de Plutogrot die zich – dichtbij de Duivelsbrug – op de hoofdas bevindt. Deze romantische en fors uitgevoerde folly was gewijd aan de grottenvorst Pluto en diende tevens ter vervanging van de vroegere Moritzgrot.
Observatie
Als we tot slot willen zien of er een duidelijk verschil is tussen follies in Nederland en die in andere landen, blijkt al gauw dat onze follies meestal kleiner en eenvoudiger zijn. Dat heeft zeker te maken met ons landschap dat in het algemeen vlakker en minder uitgesproken is. Maar het lijkt ook en vooral een kwestie van geld. In andere landen zijn de bouwheren vaak rijker dan bij ons en dus meer geneigd tot extravagantie.
Foto’s:
- Huis boer Kip in Zutphen
- Muur van Chartres in Maison Picassiette
- Springer-brug in park Clingendael (Den Haag)
- Castellated bridge in Ballysaggartmore (Ierland)
- Ingang Alhambra in de Jezuïetenberg (Maastricht)
- House in the Clouds in Thorpeness (U.K.)
- Kerkje Harkema in Aduard (Gr.)
- Heilandskirche in Sacrow aan de Havel (Potsdam)
- Wilhelmina- chalet bij Paleis Soestdijk
- Royal Pavilion in Brighton ( U.K.)
- Schelpengrot op Backershagen (Wassenaar)
- Plutogrot op de Wilhelmshöhe in Kassel
Meer informatie:
- website: Museum Boer Kip
- website: Maison Picassiette
- website: Rijksmonumenten : landgoed Clingendael – historische tuin- en parkaanleg
- website: De Jezuïtenberg – Alhambra
- website: Kerkje Harkema
- website: Heilandskirche Potsdam-Sacrow (duits)
- website: Rijksmonumenten – Wilhemina chalet
- website: Royal Pavilion Brighton – history (engels)
- website: Rijksmonumenten: Backershagen – historische tuin- en parkaanleg
- website: Geschiedenis Wilhelmshöhe Kassel (duits)