Een lap Polen, een brok Berlijn, een flard Hamburg en toefjes Groningen en Rome

Auteur: Joop van der Vaart
Foto’s  : Joop van der Vaart

Dacht ik tot deze zomer (die van 2012 dus) alle tijd te hebben om mijn (altijd spannende) vakantieavonturen van de vorige zomer (die van 2011 dus) voor de trouwe lezer onder woorden te brengen. Immers de sowieso rekbare deadline (meestal meer een don’t-feel-so-well-line) van de Nieuwsbrief van 2012 zou nog wel niet in de buurt zijn – ben ik ineens te laat en word ik door Anton (onvolprezen redacteur, scribent en nog belangrijker, steunpilaar van Hetty) koeltjes en gedecideerd verwezen naar ‘het tweede nummer van 2012’. Tweede nummer van 2012? Daar wist ik niks van! Wat was hier ineens aan de hand? Een jaar geleden nog rampspoed en ellende en nou ja, vooruit dan maar, één nummer per jaar, en nu ineens twee? En dat niet alleen, nee, ook nog eens ‘een themanummer over Frankrijk’, toe maar!
Aangezien mijn artikel voornamelijk zou gaan over Polen en Berlijn ‘zou het toch worden doorgeschoven’ naar het volgende nummer. Maar, nou ja, dat ‘zou misschien weleens een themanummer over Nederland kunnen gaan worden, en dan zou het natuurlijk [sic!] naar het weer daaropvolgende nummer moeten …’. Met klapperende oren kon ik nog net stamelen dat ik in ieder geval mijn best zou doen onderstaand artikel überhaupt te gaan schrijven en dan ‘zouden we wel zien’. Zoals u begrijpt heb ik nu (op moment van schrijven) geen flauw idee meer in welk jaar en in welk (thema)nummer dit stukje geplaatst gaat worden en hoeveel jaren geleden onderstaande avonturen beleefd zijn. Hopelijk doet dat niets af aan het plezier waarmee u (daar doe ik het uiteraard voor) dit leest en een en ander met mij meebeleeft.

Ooit was het dus zomer 2011. Op dat moment wisten we dat de zomer erop (hopelijk heeft die als u dit leest – je weet het maar nooit met al die themanummers – nog niet zó lang geleden plaatsgevonden dat u zich die niet meer kunt herinneren) Polen zou worden overspoeld door Oranje Hordes. Potentieel Oranje-geweld zou desastreuze gevolgen kunnen hebben voor de staat waarin de follies – if any – verkeerden. Daarom leek het ons slim een en ander vast te leggen, voordat het te laat zou zijn.

Onderstebovenhuis (Duitsland, Trassenheide) [Foto: Joop van der Vaart]

Ondersteboven-huis, Trassenheide, Duitsland

Een lap Polen

Op weg naar ons eerste Poolse reisdoel Gdansk dachten we in het Noord-Duitse Rügen, op een strandstrook op een stuk van 25 km lang aaneengesloten (!) tientallen zandbouwsels aan te treffen. Maar die recordpoging bleek reeds verleden tijd en we konden slechts een indoor (helaas) zandsculpturen-festival bezoeken. Leuker was het, het in een treurig industrieterrein weggestopte ondersteboven-huis in het eveneens Noord-Duitse Trassenheide te bezoeken. Ontworpen door de Poolse ingenieur Klaudiusz Golos, die iets dergelijks ooit in Orlando had gezien (zie een voorgaande Nieuwsbrief!) en bewust (Polen had al zo’n soort huis) zijn huisje net over de Poolse grens op het eilandje Usedom in Duitsland plaatste. Voor zover ik heb kunnen achterhalen heeft Polen zelfs twee van dit type huizen. Maar we hebben het verder bij deze ene – met Duitse grondigheid (publiciteit, fraaie folders, ansichtkaarten, consumpties, toilet en riant parkeerterrein in plaats van een zelfs bij de plaatselijke bevolking onbekende, nauwelijks vindbare, uit de klauwen gelopen hobby van een maniakale, obscure zelfbouwer) tot toeristenattractie verworden – gelaten. Maar T. (knul van 11) en ik (knul van 55) lieten ons graag ‘foppen’ door wc’s die ondersteboven aan het plafond hangen en meer van dat soort vervreemdingseffecten.

Crooked House (Polen, Sopot) [Foto: Joop van der Vaart]

Crooked House in Sopot, Polen

De mondaine plaats Sopot was door de regen gelukkig niet meer zo heel mondain. Maar we kwamen daar ook eigenlijk alleen maar om eindelijk (heb er al jaren een fotootje van in mijn archief) nu eens van dichtbij – en van binnen – het zogenaamde Crooked House te kunnen bewonderen. Gebouwd in 2003 door architect S. Zaleski die – zo lijkt het – de indruk heeft proberen te wekken van een gesmolten of vanwege uitputting ingezakt gebouw. Het interieur, maar vooral de koffie, waren behoorlijk gewoontjes vergeleken met het uitzinnige uiterlijk.

Voor mij zijn de mooiste dagen van een vakantie altijd die waarin we op de fiets – zonder vooropgezet plan – een onbekende stad, in dit geval Warschau, gaan verkennen; en die dagen zijn stiekem nog mooier (dan mooist) als ik dat alleen mag doen. Dat laatste lijkt onaardig, maar is slechts realistisch. Ten eerste hou ik dat verkennen veel langer vol dan mijn twee reisgenoten. Ten tweede verspeel ik bij voorkeur geen tijd met ergens gaan zitten eten maar neem ik graag al fietsend een zelfbereide boterham, een banaan of een slokje uit een bidon tot mij. Ten derde kan ik zelf bepalen in welke ogenschijnlijk onaantrekkelijke richting ik verder wil, in plaats van die van het gebaande pad. En ten vierde wilden A. en T. heel heel heel graag gaan zwemmen (waar ik niet van houd). Kortom een win-win-win-situatie.

Romeins Amfitheater, Lazienki Park (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Theater, Lazienki-park, Warschau

Waterreservoir, Park Lazienki (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Waterreservoir, Lazienki-park, Warschau

Een van de weinige notities, reeds gemaakt voorafgaande aan onze reis, was een bezoekje brengen aan het Łazienki-park. Dat park was het hoofddoel van de bovengenoemde fietsexercitie. Graag was ik door dit fraaie park heen gefietst (soms liggen de bezienswaardigheden behoorlijk ver uit elkaar en bovendien ga je op de fiets gemakkelijker een hoopvol zijpad in), maar dat was helaas officieel verboden. Gelukkig hoefde ik bij de door mij gekozen ingang (een van de vele) niet direct de fiets te stallen, onder de ogen van zelfs tijdens het stallen nog streng op het naleven van de regels toeziende ex-Oostblokkers (ze zijn er nog wel). Na eenmaal deze achteraf minimale horde genomen te hebben, bleek al snel dat vele – aan hun zeer lichte bepakking te zien, lokale – bezoekers zich van een fietsverbod niet veel aantrokken. Dus durfde ook ik een beetje gas te geven en kon ik – uiteraard behoedzaam manoeuvrerend tussen de steeds grotere aantallen wandelaars en fietsers – mijn random tocht (want op dat moment zonder enige informatie) door het park lekker vlot en effectief voltooien. Althans dat hoop ik, want ik ben er niet geheel zeker van dat ik alle follies gevonden heb. Het heeft zelfs een paar dagen geduurd voordat ik – volkomen toevallig bij een tweedehands boekenkraampje – een leuk boekje (in het Pools en in het Engels) over dit park vond, en daaruit leid ik voorzichtig af dat ik alleen een Hermitage heb gemist.
Maar wel een prachtig Theater, een Belvedere, het Witte Huis en een zeer apart waterreservoir gezien. Het waterreservoir, dat al bestond in de tweede helft van de 17e eeuw, kreeg in 1777 de vorm van een rotonda(tempel) met raampjes, die uitkeken op een rond hofje eromheen. De folly werd tenslotte in 1827 gestuct en gedecoreerd, zodat dat het uiterlijk kreeg van de welbekende en imposante antieke tombe van Cecilia Metelli aan de Via Appica Antica in Rome. Alle waterwerken van het gehele park worden vanuit dit reservoir bediend.

Witte Huis, Park Lazienki (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Witte Huis, Lazienki-park, Warschau

Fluks op naar het volgende park, namelijk Wiłanów, zo’n 10 km uit het centrum van Warschau.

Pomphuis, Wilanów Park (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Pomphuis in Wilanów-park

Chinees Paviljoen, Wilanów Park (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Chinees Paviljoen in Wilanów-park, Warschau

Het paleis – gebouwd tussen 1677 en 1680, hoe imposant en fraai gerestaureerd ook – laat ik zoals gewoonlijk – in dit geval – rechts liggen. En aangezien de controleurs er zo streng uitzien en zo fanatiek mijn kaartje controleren dat elke gedachte aan het illegaal binnensmokkelen van een fiets als sneeuw voor de zon verdampt, wándel ik voor de verandering weer eens een tuin in. Voor een goed begrip is het wellicht handig hier te vermelden dat ik niet per se fietsend een prachtpark wil afraffelen. Maar het meenemen van een fiets maakt het meesjouwen van allerlei zaken – fototoestel met tas, fietspomp, regenjas, brood en drinken, paraplu, leesvoer en zo – zeer gemakkelijk want de aan de fiets vast te klikken gele Ortlieb-fietstassen zijn boven elke lof verheven. Het werd dus een in meerdere opzichten zware klus om het gehele park te ‘doen’ en de enkele aanwezige follies te vinden zonder al te veel om te lopen. Mijn inspanningen werden beloond want een Chinees paviljoentje dook plotseling majestueus op tussen de bomen en ook (vooral) het pomphuisje was zeer fraai. Tevreden kon ik in ruwweg hetzelfde park een bezoek brengen aan het belendende postermuseum (het eerste in de wereld, geopend in 1968). Ook dat was zeer de moeite waard, want de Poolse poster heeft al decennia een geheel eigen – morbide, verrassend, soms surrealistisch, soms nuchter, maar altijd zeer effectief – karakter, dat mij wel aanspreekt.

Ziezo, nu kon het echte dwalen beginnen, en ook dan kom je in Polen van alles tegen. Hieronder een paar vondsten.

Graf onbekende soldaat (Polen, warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Graf van de Onbekende Soldaat, Warschau

Moskee of woonhuis (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Moskee, woonhuis? Warschau

Je kunt er als toerist echt niet omheen, maar het grafmonument ter ere van de Onbekende Soldaat in Warschau beschouw ik toch stiekem als een folly, hoewel het niet is gebouwd als een schijnruïne van een tempel op een zuilengalerij, zoals ik eerst dacht. Vanaf 1925 was onder de arcade van het toenmalige Saksische Paleis het lichaam van een ongeïdentificeerde soldaat begraven, totdat het paleis in 1944 op de arcade na totaal werd verwoest. Men besloot slechts de arcade te restaureren en dat is wat er nu over is van het paleis.

Verrassend waren de drie gebouwtjes die we toen we Warschau uitreden, op een en dezelfde weg aantroffen op een stukje van nog geen kilometer: een Episcopaner-kerkje, een lokaal VVV-kantoortje en een particulier (verder mij onbekend) bouwsel.

Episcopaner Kerkje (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Episcopaner Kerk, Warschau

VVV-kantoortje (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

VVV-kantoortje (Polen, Warschau)

Onbekend bouwwerk (Polen, Warschau) [Foto: Joop van der Vaart]

Onbekend gebouw, Warschau

‘Op weg naar Krakow’ klinkt eenvoudiger dan het was. Ten eerste kwam de regen met bakken uit de hemel. (Een paar dagen later in Berlijn zagen we op televisie hoe erg delen van Polen waren getroffen door overstromingen en hoe gelukkig we waren geweest daar net op tijd weg te zijn). Maar het wegennet van Polen mag die naam niet hebben. Als je het niet zelf hebt meegemaakt geloof je echt niet hoe middeleeuws de wegen in Polen nog zijn en helemaal onvoorstelbaar wordt het als je over een afstand van 100 km minimaal vier uur moet uittrekken, nog niet eens zozeer vanwege files (dat kan het nog onverteerbaarder maken), maar alleen al vanwege de beschikbare eenbaans-sluip-door-kruip-door-weggetjes. En dat terwijl soortgelijke landen als bijvoorbeeld Tsjechië wel degelijk een wegennet hebben van laten we zeggen Westers niveau. Hoe de Poolse economie nog overeind blijft is mij een raadsel.Na een beklemmend (maar droog) bezoek aan de concentratiekampen van Auschwitz en Birkenau en een wat meer ontspannen maar toch zeer onder de indruk zijn van de magnitude van de sculpturen in de zoutmijnen van Wielicka (beide follies van een geheel andere orde) stond het Ojcowski-park op ons programma en dat hebben we geweten.

Kapel op het water, Ojców nationaal park (Polen, Ojców) [Foto: Joop van der Vaart]

Trouwkapel te Ojców

We begonnen bij het Pieskowa-kasteel aan de ‘ene kant’. Het was de bedoeling dat we in een uurtje zouden wandelen van het kasteel naar de ‘andere kant’ en van daar dachten we met een bus wel weer terug te kunnen naar onze auto. Het kasteel was mooi, maar dat ene uurtje werd bijna vijf uur, het wandelen bleek ploeteren door soms onontgonnen bosschages. Een pad was soms zeer slecht te vinden of gewoon afwezig. De route was matig tot niet aangegeven, maar eenmaal bijna aan de ‘andere kant’ stuitten we wel op een tweetal follies. In een van de twee – een prachtig absurd kerkje over een rivier – was zojuist een bruiloft aan de gang. Vrolijk gestemd door zoveel levensvreugde sleepten we ons verder naar het eindpunt. Maar eenmaal daar (een verlaten dorpje met vijf huizen en een inmiddels gesloten toeristeninformatiecentrum) aangekomen, was er geen vervoer meer terug, behalve dezelfde route terug (weer vijf uur, weer ploeteren) of een kilometer of 7 om het park heenlopen, maar dan wel op een gevaarlijke bochtige weg – zonder voetpad – waar de lokale bevolking en de vrachtwagenchauffeurs geen snelheidslimieten nodig achtten. Het was dan ook niet meer dan logisch dat we de meneer (een van de vijf bewoners) die toevallig net kwam aanlopen de open vraag stelden hoe wij in hemelsnaam weer (het werd ook al wat donkerder) terug zouden moeten naar ons eerder zo pittoresk lijkende kasteeltje. Vijf minuten later zaten we knus in onze eigen auto, want niet alleen sprak onze redder vloeiend Duits en was hij in het bezit van een auto, maar hij was zelfs zo vriendelijk om ons even terug te rijden. Toch een beetje angstig avontuur waarbij je plotseling in echte problemen kan komen (er was bijvoorbeeld ook niks te eten), maar voor het fotograferen van een folly moet je wat over hebben.

Een brok Berlijn

Poort voormalige AEG fabriek (Duitsland, Berlijn) [Foto: Joop van der Vaart]

Poort van voormalige AEG-fabriek, Berlijn

Onze week in Berlijn was heerlijk, vooral met voortdurend de fiets tot onze beschikking, vrijwel geen wind, af en toe een druppeltje, niet te warm. We hadden een zeer centraal gelegen appartement, met op loopafstand gratis parkeren van de auto. En niet in de laatste plaats waren folly-hunters par excellence Hetty en Anton bij mijn weten in een ander land, in ieder geval op grote afstand allemaal bevorderlijk voor de ware ontspanning die je tijdens een vakantie zo hard nodig hebt. Mijn folly-plan van aanpak was op de kaart van Berlijn elke redelijk grote groene plek te bezoeken en dan maar zien. Maar niet voordat we de plek hadden bezocht waar mijn enige folly-aantekening melding van maakte. Uit een artikeltje in Vrij Nederland citeer ik : ‘wonderlijke, magische hippietuin, met vreemde kunstwerken: winkelwagentjes, wieldoppen, stofzuigerslangen vormen de meest curieuze bouwsels. Het voelt alsof je een Tim Burton-film bent binnengetreden’. Helaas, noch de routebeschrijving die ik bij VN had opgevraagd, noch een zeer duidelijke luchtfoto van de directe omgeving, noch het raadplegen van een plaatselijke postbode bleek toereikend en na een uur of twee zoeken en vragen moesten we het opgeven… Heeft een van de lezers wellicht deze ‘tuin’ ooit gevonden en bezocht? Bestaat hij nog?
Het dwalen door Berlijn heeft wel veel plezier, leuke muurschilderingen, fraaie gebouwen en allerlei rariteiten opgeleverd, maar niet zo veel follies. Eigenlijk is Berlijn helemaal niet mooi. Zodra je een kilometer of twee uit de echte centra – want er zijn wel zes stadjes in de stad – bent lijkt het wel één grote, betonnen, kilometers voortdenderende, onafzienbare buitenwijk. Maar er is in het historische deel zo veel te zien en te bezoeken dat het toch een heerlijke stad is, en weer, in het bijzonder geschikt voor de fietser, want volkomen vlak en van uitstekende fietspaden voorzien (hoewel, soms houdt dat pad ineens op en zit je tussen de vrachtwagens op weg naar Turkije).
De magere ‘folly’-oogst van Berlijn: een restant van een voormalige fabriek, i.e. het Beamtentor op het oude fabrieksterrein van AEG in Berlin-Wedding, naar ontwerp van Franz Schwechten in 1896- ’97; aanpassingen in 1911 door Peter Behrens (red.).

Een flard Hamburg

Een paar maanden na Berlijn gingen we folly-vriend Harm een bezoekje brengen en we besloten van Delft naar Groningen te rijden via Hamburg. Daar wilden we al langer naar toe en nu kwam het er dan van. We zaten er warmpjes bij qua hotel, want hooguit 100 meter achter de Reeperbahn (u weet wel) gelegen, maar mijn hoogtepunt – als ik die term even mag gebruiken – lag op een stuk minder profaan terrein, namelijk op een begraafplaats.

Graftombe, Friedhof Ohlsdorf (Duitsland, Hamburg) [Foto: Joop van der Vaart]

Graftombe familie Nugent, Friedhof Ohlsdorf, Hamburg

Vrijwel altijd raak voor de folly-hunter is het bezoeken van een begraafplaats, zeker een met een zekere grandeur. Mijn angst het enorme terrein van de begraafplaats in de wijk Ohlsdorf te moeten belopen bleek ongegrond, want er waren niet alleen wandel- en fietspaden aangelegd om door de diverse percelen te dwalen, maar zelfs met de auto en het openbaar vervoer (twee buslijnen met 25 haltes) kon je een heel eind komen.
Een enorme hoeveelheid graven (1.500.000), waarvan tientallen waren voorzien van tempeltjes in de meest uiteenlopende vormen, en daar was ik voor gekomen. Die van de familie Nugent (zal wel niet familie zijn van hardrocker Ted) is exemplarisch voor de grootte van het grafmonument en het bijbehorende perceel en zo stonden er dus vele, ontdekte ik na een paar uur fietsen en foto’s nemen. Gelukkig was er bijna niemand op deze werkelijk immense begraafplaats (de op-een-na-grootste ter wereld, geopend in 1877, negen keer zo groot als het kerkhof van Vaticaanstad) en stoorde ik niemand tijdens een moment van contemplatie of rouw.

Watertoren, Friedhof Ohlsdorf (Duitsland, Hamburg) [Foto: Joop van der Vaart]

Watertoren Friedhof Ohlsdorf, Hamburg

Toen het te donker werd was ik net zo’n beetje klaar (alhoewel) en vond ik het wel weer welletjes. Rustig pedaalde ik naar de uitgang tot ik in het halfduister bijna tegen een werkelijk schitterende folly-watertoren (toch?) aanreed. Voor de zekerheid heb ik er op dat moment toch maar een, weliswaar te donkere, foto van gemaakt. Een betere foto, hier afgebeeld, is later bij daglicht gemaakt toen we nog even terugkeerden voordat we uit Hamburg weer richting Groningen trokken.

Toefjes Groningen ..

Eenmaal in Groningen betrokken we onze vaste kamer in het hotel (slechts 1 kamer, maar met waterbed en geweldig ontbijt) van Donderberger Harm en zijn vrouw Emma en H meldde mij dat hij het gewoon te druk heeft om alle Donderberg-excursies bij te wonen, hij is dus niet boos op jullie. Verder heb ik gezien dat zijn gigantische duikboot bestaande uit autobanden (lengte circa 20 meter) er mooi bij lag en stevig genoeg is om te beklimmen. En de folly (vinden Harm en ik) die Groningen sinds kort rijk is wilde ik u ook niet onthouden.

Droomwoonwensen, een stapel huisjes (Groningen, Groningen) [Foto: Joop van der Vaart]

Droomwoonwensen, een stapel huisjes in Groningen

..en Rome

Tenslotte nog – speciaal voor Pieter en Rita – een foto van een folly in Rome, waar ik in april met mijn school ben geweest. Hopelijk hebben zij dit fraaie poortgebouwtje van de Villa Borghese de laatste keer dat zij daar zijn geweest, gemist …

Poortgebouw, park Villa Borghese (Italië, Rome) [Foto: Joop van der Vaart]

Poortgebouw Villa Borghese, Rome


Literatuur:

  • M. Kwiatkowski, Łazienki (English version), Warsawa, 1991. ISBN 83-900690-5-9.

Foto’s:


Meer informatie: 


<==Inhoud PorteFolly 38