Geslaagd symposium over cementrustiek

Cementrustiek, detail reling, Kasteel De Naeyer (Oost-Vlaanderen-Be, Lebbeke)
Detail reling op het dak van serre, kasteel De Naeyer Lebbeke

Hoog in kasteel Doorwerth kwamen ruim vijftig donateurs van de DonderbergGroep en van Cascade bijeen voor het symposium over cementrustiek. Kun je uren vullen met lezingen over dit verschijnsel? Zeker, elke spreker belichtte weer een ander aspect van deze architectonische uiting.

Het symposium wordt geopend door voorzitter Wim Meulenkamp. Hij introduceert het begrip aan de hand van een aantal voorbeelden uit binnen- en buitenland. En wat blijkt: voordat de DonderbergGroep bestond was er geen Nederlandse term voor die rare neprotsen, imitatieboomstammen (zgn faux bois) en -bruggetjes. We kunnen stellen dat de term cementrustiek is uitgevonden door de DonderbergGroep. Maar uit de voorbeelden die deze middag de revue passeren is het duidelijk dat deze techniek en stijl al ruim 100 jaar gebruikt worden.

Andere omschrijvingen van deze rustiek stijl, genoemd in advertenties van de rotsteerders zelf, zijn: rots- en waterpartijen, rustiekwerken, steenwerken, rotswerken.

Een prachtig voorbeeld van cementrustiek is Landgoed Duno, eigendom van Geldersch Landschap en Kasteelen. Ciska v.d. Genugten, betrokken bij het landgoed, geeft inzicht in de objecten van het landgoed. En dat zijn er veel: 150 objecten in deze techniek gemaakt, 17 complexen bestaande uit meerdere elementen, 7 trappen en tal van watervallen. De staat is niet al te best. De oorlog heeft veel schade berokkend aan het park. Daarna was onbekendheid met het fenomeen cementrustiek debet aan verder verval.  Het tij is aan het keren: nu Duno sinds 2010 niet langer een bosreservaat maar een cultuurhistorisch park is, is de weg vrij voor restauratie. In 2016 wordt hieraan begonnen in het cascadedal. Kan de DonderbergGroep een rol spelen?

Een van de meest prominente namen in de cementrustiek is die van de firma Moerkoert. In elke lezing kwam deze familie wel voor, vrijwel altijd in een naam genoemd met tuinarchitect Copijn. Eric Blok trakteert ons op citaten uit het blad Onze Tuinen (1922 en andere jaren). Dit geeft een contemporaine inkijk hoe cementrustiek werd ervaren in de gloriejaren. Het ging hen om het effect: waan je in de Alpen, met de bekoorlijke alpenbloemen op de rotstuintjes van Moerkoert. De firma Moerkoert was commercieel avant la lettre: er werd volop geadverteerd voor ‘rots- en waterwerken’ en kwistig gestrooid met alle bekroningen, behaald op tal van tentoonstellingen. Ze hadden catalogi met voorbeelden, en er bestaan twee prachtige voorbeeldboeken met aquarellen.

Tal van Nederlandse voorbeelden komen voorbij in de bijdrage van Jan Holwerda. Hij doorloopt alle provincies, overal kwam cementrustiek voor. Prachtig was Villa Maris in Dordrecht. Gigantisch was de rotspartij (180 mtr lang, 4 mtr hoog) van villapark ‘t Loo in Crailo. Tijdelijk was het ‘grotwerk van cement’ aan de Oude Gracht in Utrecht. Gelukkig zijn er nog voorbeelden bewaard: een kunstmatige grot in het Nijmeegse Kronenburgpark, het hertenhuisje van Zeeduin (Zeeland), Mariagrotten in Brabant en in Limburg is er nog een restant van een cementrustieke brug te zien.

Over de grens, in Belgie, ligt het Mariapark van Averbode. Glenn Geerarts weet hier alles over. In Averbode is een parcours aangelegd langs de zeven smarten van Maria, ter lering en vermaak. De aanleg begon in de jaren 30 van de 2oe eeuw, op het hoogtepunt van de Mariadevotie, en was klaar in de jaren 60 toen de devotie danig getaand was. De verschillende staties zijn gemaakt uit cement, naar voorbeeld van bijbelse schoolplaten. De firma Janssens uit Westmeerbeek is verantwoordelijk voor het merendeel van de objecten in Averbode. Werken van deze firma zijn tot in Limburg en Noord Brabant te vinden. In deze contreien bouwen ze vooral Lourdesgrotten, op ware grootte!

Recentelijk bezochten we met de DonderbergGroep de rotsformatie in het Julianapark in Utrecht. Lenneke Berkhout heeft daar een onderzoek naar gedaan en bespreekt de waarde van deze cementrustieke rotspartij. Zonder twijfel een werk van de firma Moerkoert, die hier volgens een kasboek 2012 gulden voor betaald kreeg. Copijn, die het hertenkamp aanlegde, verdiende ‘maar’ 140 gulden aan het project. De rotspartij is goed bewaard en van grote cultuurhistorische waarde. Toch dreigt er gevaar. Niet zozeer van verval maar van de gemeente Utrecht. Voor het beheer van het park en hertenkamp is geen geld meer, er gaan geluiden op om het ‘ ding’  maar weg te ruimen en er iets nieuws voor neer te zetten. Gelukkig is het Julianapark inmiddels gemeentemonument. Donderberg, begin een lobby bij de gemeente!

Anton Nuijten, vicevoorzitter, laat zien dat cementrustiek overal ter wereld voor komt. Aan de hand van oude ansichten en foto’s voert hij ons van Belgie tot aan Cuba, van Frankrijk tot aan Argentinie. De kwaliteit van kunstrotswerk in Portugese tuinen blijkt opvallend hoog. Evenals de veel latere voorbeelden van de van oorsprong Mexicaanse rotswerker Donicio Rodrigues  (+1955) in San Antonio, Texas. Er zijn grotten, huizen en oorden van vermaak uit cementrustiek gemaakt. Je vindt het ook in kiosken en prielen. Bijzonder zijn altijd de nagemaakte bomen, stronken en ‘houten’ bruggen. Een schitterend Frans voorbeeld hiervan is te vinden in het kasteelpark van Chaumont-sur-Loire. De argeloze eigentijdse bezoeker heeft het vaak niet eens in de gaten. Een Frans jongetje merkte hier onlangs nog, zeer verbaasd en geheel spontaan op: “Papa, c’est faux”. Inderdaad, allemaal ‘faux-bois’, nep; je wordt bedonderd, maar op welk een prijzenswaardige, kunstige wijze: vakwerk!

HPIM0412

Na al deze lezingen over de makers en verschijningsvormen van cementrustiek kwamen de techniek en de restauratie aan de orde. Michiel van Hunen (RCE) liet een fragment zien van stucadoors aan het werk met de restauratie van de rotswerken in Aardenburg. Heel verhelderend.
Wat zijn de gevaren waaraan dit bijzondere materiaal bloot staat: vorstschade door water in kieren; roest van de bewapening; de natuur overwoekert het cement, boomwortels groeien er doorheen. En wat doe je dan? Restaureren, conserveren, consolideren? Er is geen eenduidig antwoord op deze vraag. Er bestaat geen handboek Cementrustiek, je vraagt het de vakmensen. En geen nood als het gerestaureerde werk er even iets te netjes uit ziet: de natuur kleurt het vanzelf weer bij. De cirkel is rond.

Literatuur (m.n. over rustiek rotswerk in Zuid-Frankrijk): Michel Racine, Jardins “au naturel”: Rocailles, grotesques et art rustique.
En niet te vergeten de DonderbergGroep Nieuwsbrief 12 en 13 (1998) met een artikel in twee delen over het onderwerp cementrustiek. Auteur: Wim Meulenkamp

In PorteFolly 43 besteden we uitgebreid en meer inhoudelijk aandacht aan dit interessante onderwerp.

 

1 reactie

  1. Wim Meulenkamp schreef:

    Het was zeker een geslaagd symposium, dank aan alle sprekers, alle medewerkers, en ook aan het publiek, voor wie het tenslotte was bedoeld. Volgend symposium zal gaan over Exotisme (lees: Chinoiserie, turquerie, etc.). Tot dan.

Laat een antwoord achter aan Wim Meulenkamp Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *