Bouwstijlen

Chinoiserie

Chinees Schellenhuisje, park Velserbeek (Noord-Holland, Velsen-Zuid) [Foto: Hetty Wilming]

Chinees Schellenhuisje, park Velserbeek

De romantische fascinatie met oudere of vreemde culturen, bij voorkeur uit een ver verleden, zoals de klassieke oudheid of uit verre landen, zoals China en Japan, heeft vele follies opgeleverd. In de landschapstuin worden de eerste exotische exemplaren, onder andere in de vorm van pagodes, kiosken en rotspartijen, geïnspireerd op Chinese voorbeelden, geplaatst. Een aantal opmerkelijke Nederlandse voorbeelden van bouwwerken in Chinese stijl, ook wel omschreven als chinoiserie, zijn al lang verdwenen: het Chinese huisje van hofstede Lammerenburg te Vlissingen, Het Chinees gebouw van Huis Ter Wegen in Sassenheim en de villa’s Canton en Peking te Baarn. Een van de weinige bewaard gebleven tuinhuizen in Chinese stijl in Nederland staat op Velserbeek. Oorspronkelijk was het aan alle zijden open, versierd met bellen aan de getrapte dakranden, gelijk een kleine pagode.

Pagode, chateau de Chanteloup (Frankrijk, Amboise) [Coll. Anton Nuijten]

Pagode bij Chateau de Chanteloup

Een pagode is een torenachtige gebouw met meerdere (meestal) steeds kleiner wordende verdiepingen, elk met een eigen dak. Een bekend voorbeeld is de pagode in de tuinen van Kew Gardens, Londen, die in 1761 werd gebouwd naar een ontwerp van William Chambers. Een bijzonder Frans voorbeeld is de 44 meter hoge pagode van Chanteloup, nabij Amboise aan de Loire, die bestaat uit een mengeling van stijlelementen uit klassieke en Chinese architectuur. In België stond een prachtige pagode in het Boekenbergpark te Antwerpen. De Japanse toren te Laeken,  Brussel, is nog steeds te bewonderen. Het bestaat uit vijf verdiepingen en werd gebouwd tussen 1901 en 1906.  Kiosk of kiosque – hier niet in de zin van muziektent of krantenstal – zijn aanduidingen uit het Turks en Frans voor een al dan niet open tuinhuisje in Oosterse stijl. Een achthoekig voorbeeld in Chinese stijl sierde vroeger het Dondaine park te Nijvel; het lieflijke schellenhuisje van Hof ter Geesten in Dendermonde is nog intact.

Chinees paviljoen, Tsarskoje Selo (Rusland, Poesjkin) [Foto: Hans Kateman]

Chinees Paviljoen in Tsarskoje Selo (“Tsarendorp”)

Andere superbe Europese voorbeelden: Chinese pagode/fontein,  Alton Towers (Engeland), het Chinese paviljoen in de tuin van Drottningholm (Zweden), een Chinees dorp in Tsarskoje Selo (Rusland) en een ander, genaamd Mou-lang, in park Wilhelmshöhe, Kassel en eveneens in Duitsland, de fantastische chinoiserie van Sanssouci, Potsdam en het goed geconserveerde theehuis in Donaustauf. In Vlašim (Tsjechië), staat een robuuste versie van een folly in Chinese stijl. De meeste follies in deze exotische bouwtrant zijn verdween; het waren efemere constructies van hout, die de tand des tijds niet hebben doorstaan, of ten prooi zijn gevallen aan vandalen hetzij de slopershamer.

Andere Oost-Aziatische bouwstijlen

Royal Pavilion (Engeland, Brighton) [Foto: Eric Denig]

Royal Pavilion in Brighton ( U.K.)

China en Japan waren niet de enige Aziatische landen met grote invloed op de Westerse architectuur in de achttiende en negentiende eeuw. Er zijn ook follies gebouwd naar Indiaas, Indisch, Thais of Tataars voorbeeld. De Tataarse koepels in Broek in Waterland en aan de Schepenmakersdijk te Edam, de voormalige Indiase Lucknow tempel op landgoed Berghuis bij Naarden en het Indische batakhuisje in Driebergen getuigen hiervan. Van buitenlandse voorbeelden is het in Indiase stijl opgetrokken Brighton pavilion, Brighton (Engeland) een meesterwerk. Een knots van een gebouw met stijlelementen uit Indiase bron is het Chateau Vaissier, dat in 1892 in Roubaix werd gebouwd voor de puissant rijke zeepfabrikant Victor Vaissier en in 1829, zes jaar na zijn dood, bruut werd afgebroken. Ook verdwenen: het olifantenverblijf van de dierentuin van Berlijn in Indiase stijl.

Arabiserende bouwstijlen

Afrikaanse toren, Oranjewoud (Friesland, Heerenveen) [Foto: Hetty Wilming]

Afrikaanse toren

Eveneens exotisch of oriëntaals te noemen zijn de bouwwerken die zijn opgetrokken in Turkse, Moorse of Egyptische stijl, zoals de oude sigarettenfabriek aan de Comeniuslaan te Naarden en de duiventoren te Gendringen (beide Moors). Het imposante olifantenverbijf in de Zoo van Antwerpen, evenals het mausoleum van de vrijmetselaar Eugène Goblet d’Alviella in Court-Saint-Etienne, België zijn in Egyptische stijl uitgevoerd. De Turkse tenten op de Eult (1767), Soestdijk en Eikenrode, Loosdrecht bestaan helaas niet meer. Een uitzonderlijke ‘exoot’ is de Afrikaanse toren van Oranjewoud in Friesland. Schitterende buitenlandse mega-bouwwerk in Moorse stijl zijn: het Yenidze fabrieksgebouw in Dresden uit 1908 en het droomkasteel Pena in Sintra, Portugal. Het prachtvolle Castello di Sammezzano nabij Florence, Italië, is in dezelfde stijl uitgevoerd, maar op meer bescheiden schaal. Aan de overkant van de oceaan, in Amerika, waar alles gigantisch moet zijn, inclusief de buikomvang van iedere rechtschapen burger aldaar, staan vele voorbeelden van gebouwen, waaronder ook bioscopen, in oriëntaalse stijlen. De Murat Shrine (van vrijmetselaars) in Indianapolis, Indiana, gebouwd in 1909, is een Egyptisch-Moorse variant.

Westerse (neo-)bouwstijlen

Hondenhokken, Kasteel van Poeke (Oost-Vlaanderen-Be, Poeke) [Foto: Hetty Wilming]

Hondenhokken bij het kasteel van Poeke

De oosterse stijlen spreken misschien meer tot de verbeelding. Ze hebben een groter verrassingseffect, zoals dat oorspronkelijk ook de bedoeling was, op de toeschouwer. Maar er zou een vertekend beeld ontstaan als hier niet ook de vele follies, tuinsieraden en voorbeelden van vermaaksarchitectuur worden besproken, die in velerlei andere architectonische stijlen zijn getooid. Veelvoorkomend zijn de toonbeelden in neostijlen zoals neoklassiek/neoclassicistisch en neogotisch of combinaties van meerdere oude stijlen, onder andere uit de barok, renaissance, classicisme en rococo, empire of romaanse bouwkunst (eclecticisme, historisme). Daarnaast zijn er ook tuinhuizen met een Russisch, Duits, Zwitsers of Scandinavisch aanzien.

De tramremise uit 1884 van de architect Abraham Salm in Amsterdam is deels geïnspireerd op Russische voorbeelden; diens wachthuisje voor de stoomtram naar Nijmegen, het zogenaamde Salmhuisje, later verplaatst naar Beek, is niets anders dan een mini-chalet. Scandinavische stijlelementen zijn duidelijk te herkennen in het Noorse chalet van Val Duchesse (Hertoginnendal) te Auderghem, België en in Nederland bij Huis de Viersprong, Naarden en jeugdherberg De Haar, Gorsel. Deze voorbeelden kunnen overigens ook onder de noemer chaletstijl of rustieke architectuur worden geschaard.

Selectie van neogotische follies/tuinsieraden

De Strijdhoef (Noord-Brabant, Udenhout) [Foto: Hetty Wilming]

Stal met neogotische gevel, De Strijdhoef

Nederland: Zwanenbroedershuis, Den Bosch; Belvedère te Leiduin; kasteel de Haar, Haarzuilens; Mausoleum van Regout in Meerssen; tuinhuis kasteel Huize Harmelen; de Watertoren in Ermelo; een prieel en de stallen van kasteel Strijdhoef, Udenhout en de schijnkapellen van Beekestein,Velsen en Molenstein, aan de Langbroekerwetering.

België: Ijskelder, Goé (1759), kasteel Wissekerke, Bazel; Torenpoort, De Mikhof; Toren van Beyaert (1880), Jubelpark, Brussel; Malakofftoren, gebouwd voor Paul Claes, bijgenaamd ‘de jeneverbaron’, burgemeester van Lembeek, Lembeek; de Kiosque, horeca-kasteeltje Noorderterras, Antwerpen; de manshoge hondenhokken, Poeke (er past op zijn minst wel een ezel in), op rond grondplan met bakstenen arcade buitenom en de Maison Joyeuse (spookhuis?), naast de Jardin Anglais en het Royaume, beide schijnruïnes van formaat, op het Plaine d’ Attractions van de Exposition Bruxelles 1910.

Elders in Europa: (Uitzicht)toren van Krasny Dvur en Čechy pod Kosířem, Tsjechië; kasteel Braunfels, Braunfels, (neogotische fantasiebouw zoals Löwenburg in Kassel) Duitsland, waar ook een overdaad aan pseudo-middeleeuwse uitzichttorens zijn te vinden, zoals de Kickelhahn Turm, Ilmenau en de Pfaffenstein-uitzichtoren, nabij Königstein; meerdere neogotische paviljoens en bruggen in het Tsarits park, Moskou; schijnruïne toren en hangbrug in park Bibescu, Craiova, Roemenië; Castello Novello, Novello en Castello Miramare, Triest, beide in Italië en de Gothic Temple in de elysische velden van Stowe, Buckingham, en de neoclassicistische schijnruïne in het park van Tsarkoie Selo, Rusland.

Selectie van neoklassieke follies/tuinsieraden

Mausoleum van Regteren Limpurg (Overijssel, Almelo) [Foto: Hetty Wilming]

Mausoleum van Regteren Limpurg in neoklassieke stijl

Nederland: Mausoleum van familie Rechteren-Limpurg, Almelo; schijnruïne Huis ten Donck, Slikkerveer; Capitool, op Schaep en Burgh, ‘s-Graveland, oorspronkelijk bedoeld als biljartzaal, naar ontwerp van Zocher jr. gebouwd rond 1820 en het Clermonts (1788), Vaals.

België: Grand Hornu, Hornu, een enorme, ovaalvormige, industriële folly; De Peperbus (ronde tempel), kasteel Brasschaat, Brasschaat; Rousseau-graf op eilandje, park van Leeuwergem, Zottegem; Triomfboog in het park van Hamal, Rutten; koepel (flink onderkomen) in park Sorghvliedt, Antwerpen; Empire herenhuis, Gent (Ferdinand Lousbergkaai); badhuis park Attre en de belvedère (kerk)toren, Cambron-Casteau, gebouwd tussen 1755 en 1780.

Tea House Bridge, Audley End (Engeland, Saffron-Walden) [Foto: Hetty Wilming]

Tea House Bridge, Audley End, Saffron Walden

Buitenland: Palladiaanse bruggen (een bouwtype/stijl naar voorbeelden van de Italiaanse architect Andrea Palladio uit de zestiende eeuw), veel voorkomend in landschapstuinen in Engeland, bijvoorbeeld in Stowe, Buckingham en Prior Park, Bath. De sublieme, kolossale Walhalla tempel, die tussen 1830 en 1841 op een terras is gebouwd boven de Donau, in opdracht van Ludwig I van Beieren (met binnenin bustes en plaquettes van beroemde personen uit de ‘Duitstalige wereld’, waaronder zelfs Nederland en België). In Ierland werd in 1740 Conolly’s Folly, een 42 meter hoge eyecatcher, gebouwd voor werkverschaffing ten tijde van hongersnood. Franse voorbeelden zijn: de robuuste Donon tempel bij Grandfontaine, vele wasplaatsen (lavoirs), voorzien van stijlelementen uit Griekse of Romeinse architectuur. Het Nymphée te Chatou, nabij Parijs, is ook zo’n bouwtype dat teruggaat tot de oudheid. Een nymphaeum is een monument gewijd aan (bron)nimfen. De Chatou-versie (1777), is gebouwd als een omgekeerde jakobsschelp, met een spanwijdte van 15 meter, steunend op 18 zuilen, over een waterbekken.

Andere bouwtypen uit de oudheid die ook voor follies en tuinsieraden zijn gebruikt zijn onder andere:

  • aquaduct, constructie voor vervoer van water over grote afstand, vaak gedragen door bogen: Wilhelmshöhe, Kassel (Duitsland); Arkadia, bij Nieborów (Polen). Beide als schijnruïne gebouwd.
  • colonnade, zuilenrij die een hoofdgestel draagt: Naumachie, Parc Monceau, Parijs; De Colonnade, Lednice (Tsjechië)
  • stibadium, hoefijzervormige of halfronde rustbank: Het Laar, Ommen; Slot Glienicke, Berlijn
  • triomfboog: Hamal, Rutten (België), Tempel van Diana (jachthuis in de vorm van triomfboog), in Lednice (Tsjechië) en Jubelpark, Brussel (1905)