Zelfbouw- en kunstenaarsfollies

De zelfbouwfolly is doorgaans vervaardigd door een amateur die om een voor hem of haar moverende reden een bouwwerk uitvoert (meestal achterop het erf) dat zich niet conformeert aan gangbare opvattingen van smaak, stijl en bouwkunde.

[bron: Wim Meulenkamp, Follies, Bizarre bouwwerken in Nederland en België, 1995, p 19]

Kremlin, Ger Leegwater (Noord-Holland, Winkel) [Foto: Hetty Wilming]

Kremlin

Zelfbouwfollies

Het is een soort ras van eigenzinnige, visionaire mannen – nota bene zelden of nooit vrouwen – die een belangrijk deel van hun leven wijden aan hun obsessie of visioen: een bouwwerk creëren, geheel naar eigen smaak en inzicht en meestal ook geheel op eigen kracht, dat ongeëvenaard is, zonder gelijke. Het is een volstrekt egocentrische maar existentiële behoefte, voor deze wonderbaarlijke lieden, die uitblinken in originaliteit, grote creativiteit, fantasie en volharding (om een enorme klus van jaren in veel gevallen geheel alleen te voltooien); het zit ze zogezegd in de genen. Voor buitenstaanders is de visie achter hun werk veelal onbegrijpelijk. Hiervoor moet men meer weten over de maker, zijn leven, dromen en obsessies. Het opmerkelijke werk van deze niet-professionele bouwers noemen we zelfbouwfollies, bij gebrek aan een betere benaming.

Palais Idéal (Frankrijk, Hauterives) [Coll. Anton Nuijten]

Palais Idéal

Een van de beste, meest bekende voorbeelden van een zelfbouwfolly staat in Hautrives, Frankrijk. Hier verwezenlijkte de postbode Joseph Ferdinand Cheval (1836-1924) zijn droom: het Palais Idéal, een volstrekt uniek bouwwerk. L’hiver comme l’eté / Nuit et jour, sleepte deze eenvoudige man, 33 jaar lang, onvermoeibaar de stenen aan voor zijn ‘paleis’.
In Spanje werkt de voormalige monnik, stierenvechter en boer, Justo Gallego Martínez al sinds de zestiger jaren aan zijn ‘kathedraal’ ter ere van Nuestra Señora del Pilar. Hij is inmiddels 89 jaar en nog steeds vitaal. Hij heeft grotendeels zelf zijn miraculeuze bouwwerk, met een omtrek van 20 bij 50 meter, aan elkaar gemetseld. Voor de Watts Towers in Los Angeles, Californië, geldt een soortgelijk verhaal. Simon Rodia, tegelzetter, bouwde hier 33 jaar lang aan de Watts Towers, een drietal torenspitsen, tot 33 meter hoog, die hij zonder schroeven, bouten of laswerk in elkaar zette.

Maison Picassiette, Raymand Isidore (Frankrijk, Chartres) [Foto: Eric Denig]

Maison Picassiette

De eenzelvige maar fantasievolle bouwkoorts van mensen zoals Cheval en Rodia staat niet op zichzelf. In Amerika, maar ook in Europa, zijn er nog honderden zelfbouwfollies te vinden. Vooral Frankrijk grossiert er in. Daar noemt men de bizarre bouwsels insolites of worden de termen bricolage, art brut of art singulier en jardin imaginaire ervoor gebezigd (dan is de term zelfbouw minder verwarrend, nietwaar?). Veelvoorkomend zijn de erven volgestouwd met allerlei afvalmateriaal, van babypoppen, flessen en brommeronderdelen tot aan oude uithangborden, stoeptegels en oud meubilair; of ze zijn volgepropt met zelfgemaakte beelden, gedecoreerd met glasscherven en autobanden en wat er ook maar aan bij voorkeur goedkoop bruikbaar materiaal was te vinden.
Enkele voorbeelden: le Jardin humoristique, een beeldentuin, van Fernand Châtelain, zoon van een bakker, in Fyé en het fameuze Maison Picasiette (= bordendief) van Raymond Isidore, veger op de begraafplaats, in Chartres, die een zinsbechoogelende fantasiebouw schiep, vol mozaiëkwerk van glasscherven en gebroken porselein. Minder bekend en van meer recente datum is l’imaginaire de J.P. Moreau, nabij Limoges: een stukje land volgestouwd met allerlei sloopmateriaal van brommers, auto’s en elektrische apparaten, samengevoegd tot nieuwe ‘sculpturen’.

Nederland

Misschien niet zo voor de hand liggend gezien de spreekwoordelijke nuchterheid van de Nederlandse mens, maar er zijn in dit land een behoorlijk aantal zelfbouwfollies verrezen, en niet van de minste kwaliteit. Ook hier weer amateurs die tot grootse prestaties in staat blijken te zijn als men ze maar niet te veel belast met (gemeentelijke) regels, want dit soort mensen willen vrij zijn in denken en doen en daarvan getuigen met een geheel zelf bedacht en zelf gemaakt object (en zowel een zeker narcisme als anarchisme is hen niet vreemd).

Kerkje van Harkema (Groningen, Aduard) [Foto: Eric Denig]

Kerkje Harkema

In het vlakke Groningse land verwezenlijkte de veehouder Albert Harkema zijn grote droom: een eigen kerk. Na dertien jaar onvermoeibare arbeid, zij het met hulp van een vriend, is het dan zover, het kerkje van Harkema is voltooid, inclusief preekgestoelte, kerkbanken en orgel. In 2011 overleed Albert, maar zijn kerkje staat er nog steeds. Zijn ‘collega’ Klaas den Brink, stoffenverkoper op de markt, had ook een visioen en bouwde een grotachtig complex in Westzaan. Deze folly is grotendeels gebouwd van flessen en cement en flonkert en glinstert in de zon. (Een Hollandse versie van de bottle house -rage in Amerika.)

Fort Ham, Holkerveen (Utrecht, Amersfoort) [Foto: Hetty Wilming]

Fort Ham

Een van meest markante zelfbouwfollies staat in Holkerveen, gebouwd door de meubelhandelaar, stroper en cafébaas Willem Ham, naar eigen zeggen om de oprukkende nieuwbouw van de stad Amersfoort tegen te gaan. Daarvoor had hij een paar rioolbuizen als kanonnen die kant op staan. Hij mocht graag vertellen over zijn levenswerk, Fort Ham, en speelde daar nog een aardig deuntje bij op zijn accordeon. Zijn motivatie: ‘Ik heb er alltijd aardigheid in gehad iets afwijkends te doen’. Het Fort is een opeenstapeling van curiositeiten. De folly bestaat uit twee torens (Willem I en Willem II), vier verdiepingen hoog, en een poortgebouw. Alles gemaakt van sloopmateriaal, zonder bouwplan, duimstok of waterpas. Overal zijn kleine beelden tegen de gevels gezet. Inmiddels is Willem Ham overleden en staat de nieuwbouwwijk nu zo ongeveer op zijn stoep. Zijn levenswerk is afgesloten met hekken, maar verkeert in staat van verval.

Dit lot treft veel zelfbouwfollies, zowel in Nederland als daarbuiten. Zodra de maker is overleden, daagt het probleem: wie gaat dit onderhouden, wie gaat daarvoor betalen? We betalen liever voor slecht werk van een kunstenaar van naam, dan voor een uniek singulier bouwwerk van een onbekende. Zo gaat dat nu eenmaal, met als gevolg dat veel zelfbouwfollies op de schroothoop belanden, waar ze feitelijk zijn ontstaan. De cirkel is rond, maar we zijn er niet blij mee.

Andere, opmerkelijk Nederlandse zelfbouwfollies:

  • Kremlin, van Ger Leegwater, Winkel, Noord-Holland (in aanbouw). Groots opgezette fantasiebouw naar Russisch voorbeeld in de polder.
  • Droomkasteel Fantastico, van Nico en Jan Schoonbrood, Heerlerheide, Limburg. Vader en zoon hadden een Tuinfigurenfabriek , die ‘ontspoorde’ toen vader Nico begon met uit uitbeelden van zijn dromen. Zoonlief deed mee, en zo ontstond op het erf een amalgaam van cementrustieke beelden en bouwsels, waaronder een hoge toren. Met het overlijden van de zoon lijkt niemand meer om te kijken naar het Droomkasteel.
  • Vrijstaat Monera, van Gerard Lankveld, Gemert, Noord-Brabant. Gerard – bijgenaamd de Wijze van Gemert of filosoof van Stereind – bedacht vrijstaat Monera, met eigen munt, taal en cultuur. Hij maakt Byzantijnse torens en duifhuizen, maar ook muziekinstrumenten en modellen waar diverse soorten bouwkundige stijlen en vormen door elkaar gehaspeld worden. Dit soort kunstig werk van Gerard is te zien in het Museum Dr Guislain in Gent.
  • Lux et Terra, van Lucien (Lux) van der Eerden (Terra), Lierop, Noord-Brabant. Heidense zonnetempel, vol eigen symboliek, nog wel gemaakt door een kunstenaar, maar toch een geslaagde folly.
  • Kasteel Olt Stoutenburght, van Gregorius (Gerry) Halman, Blesdijke, Friesland. Gerry had een kantoorbaan, maar runt nu een kostuumhuis in Zwolle en noemt zich graag kasteelheer. Hij werkt sinds begin jaren negentig aan de verwezenlijking van zijn droom: een Middeleeuws kasteel. De folly heeft vier ronde hoektorens en reikt vier verdiepingen hoog. De bouwer behoeft geen hulp: Dan bemoeit iedereen zich er maar tegen aan. Daar voegt hij wijselijk aan toe: wanneer het kasteel klaar is, is mijn leven, denk ik, ook klaar.
  • Uilenbroek (Middellandse Zeetuin), van Wim Uilenbroek, Buttinge, Zeeland. In Utrecht had Wim Uilenbroek al een groot aquarium gebouwd onder zijn rijtjeshuis en stond daar bekend als de Mol van Lunetten. Na verhuizing naar Zeeland heeft hij opnieuw dergelijks tot stand gebracht in 1996 of daaromtrent, in Buttinge. De tuin heeft een oppervlakte van 2002 m² en er zijn meerdere  kleurrijke follies te zien in Moorse, gotische of zelfverzonnen stijlen (zoals dat nu eenmaal onlosmakelijk is verbonden aan  iedere, per definitie eigenzinnige follybouwer).

België

Toren van Eben Ezer (Luik-Be, Eben-Emael) [Foto: Hetty Wilming]

Toren van Eben Ezer (toren van de Apocalyps)

Zelfbouwprojecten in België lijken minder in aantal en er wordt ook nauwelijks gefantaseerd met afvalmateriaal. De Toren van de Apocalyps of Eben-Ezer in Eben-Emael, net over de grens bij Maastricht, is een fenomenale folly. Van veraf zijn de vier enorme, ronde hoektorens, met bovenop beelden van de cherubijnen die de apocalyps aankondigen, te zien. Het gebouw bestaat uit zeven etages, op een vierkant grondplan van twaalf bij twaalf meter; alle afmetingen hebben een numerologische betekenis. Een monumentale trap voert omhoog naar de ingang. Binnenin zijn reliëfs en beelden tegen de wanden aangebracht en heeft het Musée du Silex een onderkomen  gevonden. De toren is geheel gebouwd van silex, vuursteen. Dit maakt het tot een volstrekt uniek bouwwerk. Garcet (1912-2001) realiseerde zijn visioen in steen zo ongeveer tussen 1950 en 1963, grotendeels in zijn eentje (zoals dat ook hoort bij zelfbouw follies). Hij was een autodidact en beschouwde zichzelf als esotericus, anarchist, kunstenaar en vooral pacifist. Boven op de toren staat een gebroken raket als symbolisch protest tegen de oorlog. Zijn theorieën heeft Garcet vastgelegd in een zesdelig boek, de Heptamarone, waarin hij zijn persoonlijke mythologie uiteenzet. Mogelijk nam Garcet zichzelf soms al te serieus. Bezoekers beschrijven de sfeer die zijn ‘burcht’ bij hen oproept wel vaker als unheimlich.

Villa Sprookje (Limburg-Be, Zonhoven) [Foto: Hetty Wilming]

Villa Sprookje

Van geheel andere orde zijn de twee woonhuizen van de gebroeders Armand en Emile Corhouts aan de Klapstraat in  Zonhoven. De broers waren verzot op sprookjes en bouwden in 1955 en 1956 de villa’s Het Sprookje, dat er uit ziet als een kleine Chinese pagode en Het Cortenshof. Het Cortenshof is het meest interessant van de twee, volgens de Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed vormt het een Fantasierijk geheel. Het is in gedegen vakwerkstijl uitgevoerd met veel cementrustiek: nephouten stammetjes als deur – en raamomlijsting, een cementen put en een prieeltje in de voortuin. In de achtertuin wordt de sprookjesachtige sfeer verder uitgebouwd met een lange gallerij, steunend op boomstammen van cement en het beeld van een soldaat in een hoeknis bij een kasteeltoren – even nep als alle andere decoratie, maar chapeau: de Efteling zou de heren Corhouts graag in dienst hebben genomen, gezien de hoge kwaliteit van hun verbeelding.

Andere zelfbouwfollies in België:

  • Grottes de Saint Antoine van de kanunnik Jules Gérard in Crupet, Namen (provincie). Een massieve, hoge rotspartij, mooi van lelijkheid. Is het een religieus bouwwerk of stamt het uit de tijd van heidense druïden? De geestelijke had in ieder geval meer dan genoeg fantasie, en over smaak valt nu eenmaal veel te twisten. In alle bescheidenheid heeft hij een beeld van zichzelf laten maken, dat knielend voor de grot staat.
  • Café aan het water bij het Museum aan de Stroom, Antwerpen. Een opeenstapeling van oude raamkozijnen en deuren, omgetoverd tot een tof café. Recent bouwsel, maker onbekend.
  • Kasteel Elzenwalle, van de architect-aannemer, ontwerper en uitvinder (dit keer geen echte amateur) Ernest Blérot (1870-1957) te Voormezele, West-Vlaanderen. Het omvangrijke bouwwerk wordt aangeprezen als een selfmade kasteel, dat al voor WO II werd gebouwd, maar het is geen volwaardige zelfbouw folly: hoewel Blérot steeds direct supervisie hield over zijn bouwproject  heeft hij toch honderden arbeiders in dienst gehad. Het gebouw is zeer herkenbaar door de zonderlinge, opengewerkte koepel met ribben van beton, bekroond met een spits.

Kunstenaarsfollies

Tekst in voorbereiding…………